Ik ontving vorige week een berichtje van een collega waarbij hij mij attendeerde op een artikel op de website van iBestuur online. Daarmee wordt een vergezicht geschetst dat de Omgevingwet het mogelijk moet maken dat iedereen straks toegang heeft tot dezelfde informatie. Deze informatie dient te worden gepresenteerd op een digitale kaart, zodat voor een ieder (ambtenaren, burgers, bedrijven, ketenpartners etc.) helder is wat er wel en niet kan en mag op een bepaalde plek.
De kern van het verhaal: informatiegelijkheid is een wezenlijk onderdeel van de Omgevingswet. Aan ambitie geen gebrek. Zeker als je kijkt wat de nieuwe Omgevingswet precies inhoudt. Laat ik daar eerst eens mee beginnen.
De wet in kort
De nieuwe Omgevingswet integreert 26 wetten en meer dan honderd regelingen op de terreinen bouwen, milieu, waterbeheer, monumentenzorg en natuur. De nieuwe omgevingswet zal naar verwachting in het voorjaar van 2019 worden ingevoerd. De invoering stond overigens gepland in 2018. Omwille van een zorgvuldige voorbereiding er meer tijd nodig is.
Met de nieuwe Omgevingswet wil het Rijk het realiseren van ruimtelijke projecten makkelijker maken. Enerzijds voor burgers en bedrijven om de hoeveelheid vergunningen, die nu nog los aangevraagd en verstrekt worden te bundelen. Anderzijds voor de overheid zelf door meer samenhang te creëren tussen verschillende plannen, waardoor de kaders voor projecten eenduidiger worden en initiatieven sneller kunnen worden gerealiseerd.
In zekere zin is sprake van een vergelijkbare operatie bij de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) destijds in 2010, maar dan vele malen groter en complexer. De Omgevingswet grijpt namelijk dieper in op de werkprocessen en de informatievoorziening van en tussen verschillende afdelingen binnen een gemeente. Bovendien wordt het speelveld aan ketenpartners omvangrijker.
Iedereen dezelfde informatie
De omgevingswet raakt veel domeinen en processen waarbij de stip aan de horizon nog in beweging is. Kort gezegd vraagt ook deze wet een ander manier van werken en zijn er grote parallellen met de recente invoering van de 3 Decentralisaties binnen het Sociaal Domein (waaruit m.i. zinvolle lessen getrokken kunnen worden).
Los van de veranderopgave wil ik terug naar het informatievraagstuk, met in mijn achterhoofd een recente blog van mijn collega Tim Hartog. In deze blog wordt een pleidooi gedaan voor meer plateaudenken en -ontwikkelen om daarmee grote transities in haalbare stappen mogelijk te maken.
Met betrekking tot het informatievraagstuk en de ultieme ambitie van de digitale kaart, ben ik op zoek gegaan naar zinvolle informatie op dit vlak. Het Rijk zit namelijk niet stil en is druk bezig met de ontwikkeling van het Digitale Stelsel Omgevingswet (verder DSO); dé basis voor de gelijke informatiepositie. Het DSO staat niet op zichzelf en wordt aangesloten op bestaande e-overheidsvoorzieningen. Het DSO wordt verdeeld in:
- Eén loket waarop gebruikerstoepassingen aangesloten zijn die op een gestandaardiseerde manier informatie aanbieden die particulieren, bedrijven en overheden in de praktijk nodig hebben voor een vergunningaanvraag en een melding.
- Een centrale informatie-infrastructuur, waarvoor heldere afspraken en digitale standaarden gelden.
- Informatiehuizen die op de informatie-infrastructuur aangesloten zijn en die vanuit verschillende beleidsvelden (zoals water, bodem, lucht, geluid, etc.) op een gestandaardiseerde manier informatie aanbieden, die initiatiefnemers en overheden in de praktijk nodig hebben.
Welke plateau’s?
Het DSO moet gereed zijn bij de invoering van de wet in 2019. Als dit niet haalbaar is, dan wordt de invoering van de wet uitgesteld, lees ik in het artikel op iBestuur online. Hier wringt wat mij betreft de schoen. Want wat moet er in 2019 precies beschikbaar zijn aan digitale voorzieningen om minimaal live te kunnen? En hoe ziet de weg er naar 2024 uit?
Onderstaande plaat afkomstig van het VIVO (Verkenning Informatie Voorziening Omgevingswet) doet een eerste aanzet. De plaat is iets wat verouderd aangezien nog wordt uitgegaan van invoering in 2018. Bovenal is het een verzameling aan onderwerpen, voorzieningen, bouwstenen en kreten zonder enige samenhang en/of volgordelijkheid om dingen op te pakken.
Ook het Rapport VIVO-VNG van afgelopen zomer geeft op dit vlak weinig nieuwe inzichten. Er is nog geen duidelijke en realistische roadmap voorhanden voor de ontwikkeling en de implementatie van het DSO (inclusief de plaats van OLO3 hierin) zodat gemeenten zich hierop kunnen baseren. Uiteraard is er nog geen kalf verdronken en hebben we nog ruim twee jaar de tijd met zijn allen.
Ergens bekruipt me het gevoel dat de ambitie schril afsteekt met waar gemeenten het straks mee moeten doen vanaf dag één. Diverse voorbeelden uit het recente verleden versterken dit beeld helaas. Ik wil hier niet de ramptoerist uithangen en laat me graag overtuigen van het tegendeel.
InnoviQ breidt haar team uit
27-11-2024 - Mart van Boxtel
Mijn naam is Mart van Boxtel, ik ben 25 jaar en sinds kort begonnen bij InnoviQ. In deze blog vertel ik graag wat meer over mezelf, mijn achtergrond en waarom ik zo enthousiast ben over deze nieuwe...
Met i-GRIP datagedreven werken continu verbeteren
14-08-2024 - Anneke Dierkx
Een organisatie die op het juiste moment over betrouwbare en actuele informatie beschikt, kan haar dienstverlening verbeteren, de bedrijfsvoering bijsturen en betrouwbaar verantwoorden.
Een jubilaris in ons midden!
15-04-2024 - William van Grieken
Een jubilaris in ons midden! Na de recente jubilarissen zetten we nu graag Luciano Currie in het zonnetje vanwege zijn 5-jarig jubileum binnen InnoviQ. Luciano heeft de afgelopen jaar mooie stappen...